In dit artikel gaan we ons concentreren op de drie scenario's voor woordvolgorde. Je leert deze scenario's al tijdens een A2-cursus, maar ze zullen je lang bezighouden! Wil je meer oefenen? Kijk eens naar onze videocursus. Houd er rekening mee dat in deze toelichting geen rekening wordt gehouden met het imperatief, de om + te constructie en de vraagzin.
Dit is de makkelijkste! Je begint met het subject en op de tweede plaats komt het vervoegde werkwoord.
Heb je meer dan één werkwoord? Geen probleem. Zet gewoon het vervoegde werkwoord op de tweede plaats en de rest in infinitieve vorm aan het einde. Vaak is er maar één werkwoord, maar er kunnen er veel zijn!
Je kunt twee zinnen aan elkaar plakken met maar, en, of, want & dus (conjuncties). Ook dan staat het vervoegde werkwoord op de tweede plaats.
Het gebruik van M.E.O.W.D. is een makkelijke, veilige manier om lange zinnen te vormen. Handig tijdens het inburgeringsexamen!
This one you probably know already! When you start a sentence with an adverb instead of a subject, you get inversion. The word inversion makes it sounds like you have to do something strange, but all you have to remember is: keep that conjugated verb in the second place in the sentence! This means the subject follows right behind it (unlike in English).
Inversie is optioneel. Je kunt altijd starten met een subject om inversie te vermijden als je wilt, hoewel het veel gebruikt wordt in het dagelijks taalgebruik.
Inversie kan ook na M.E.O.W.D. gebruikt worden:
Hier wordt het een beetje moeilijker. De bijzin voelt voor veel studenten die Nederlands leren erg onnatuurlijk aan, maar het is heel belangrijk om te oefenen, omdat de bijzin overal opduikt.
Een bijzin zorgt ervoor dat alle werkwoorden naar het einde van de zin gaan, maar vergeet niet een werkwoord te vervoegen!
Er zijn een paar redenen om de bijzin te gebruiken.
In de zinnen hieronder is steeds een conjunctie gebruikt die niet Maar, En, Of, Want of Dus is (Unhandled node type: entry-hyperlink dus). Deze conjuncties "triggeren" een bijzin.
Deze uitleg is kort. Je kunt Unhandled node type: entry-hyperlink meer informatie over de indirecte rede vinden.
Indirecte rede wordt vaak gebruikt, omdat zijn tegenhanger - de directe rede - eigenlijk alleen gebruikt wordt bij film- en theaterscripts. Kijk:
Zoals je kunt zien, is er een bijzin in de zin met de indirecte rede. Indirecte spraak kan worden gebruikt met dat als een connector of met of een vraagwoord (hoe, wie, wat, etc.)
Deze uitleg is een korte versie van de uitleg van de relatieve bijzin Wil je meer oefenen? Hier kun je een PDF met oefeningen vinden. Je gebruikt een relatieve bijzin om iets over een zelfstandig naamwoord te zeggen. Je geeft meer informatie over het zelfstandige naamwoord.
De relatieve bijzin kan dat of die als connector hebben, afhankelijk van of het een de of het-woord is. Als je een voorzetsel hebt in de relatieve zin, moet je waar + prepositie of prepositie + wie gebruiken. Lees hier meer.
Dit was de Nederlandse woordvolgorde in een notendop! Onthoud de basisregels:
Meer oefenen met conjuncties? Kijk eens naar ons PDF-documenten over bijzinnen en woordvolgorde.
Please log in to leave a comment.
Wees de eerste die een reactie achterlaat