Het imperatief wordt gebruikt om een opdracht te geven. Handig als je snel wilt communiceren (kijk uit!) Of gewoon iemand iets wil laten doen (ga weg!). Je kunt de boodschap een beetje verzachten, als je wilt. Daar komen we zo op terug.
Laten we eerst eens kijken naar hoe het imperatief werkt.
Zoals je kunt zien, is er geen onderwerp in het imperatief. Laten we een paar voorbeelden bekijken.
Zoals je ziet, zijn er enkele splitsbare werkwoorden in de voorbeelden, zoals opstaan. Het splitsbare deel van het werkwoord komt aan het einde (hier kun je meer lezen over scheidbare werkwoorden).
Het werkwoord wezen is een vorm van zijn.
Je kunt je boodschap op verschillende manieren zachter maken. Nederlanders doen dit vooral door het gebruik van even. Dit woordje betekent een tijdje/een korte periode, maar het maakt een bevel ook minder sterk.
Als je even begrijpt, zul je het overal horen. Nederlanders houden van dit kleine woordje!
Een andere manier om het imperatief te verzachten is door alsjeblieft te gebruiken.
Om frustratie te uiten, voeg je toch toe aan het imperatief. Dit woord heeft meerdere betekenissen en hier* lees je meer. In het geval van het imperatief voegt het alleen een zekere frustratie toe, hoewel je intonatie laat zien hoe negatief deze frustratie precies is.
Ongeduld wordt toegevoegd door nou eens te gebruiken. Je kunt dit gebruiken wanneer iemand herhaaldelijk iets (niet) doet en je wilt dat dat verandert. Deze constructie kan ook worden gebruikt met toch.
Test your knowledge with 10 questions.
Please log in to leave a comment.
Wees de eerste die een reactie achterlaat