
What do you know about the history between the Netherlands and Indonesia? Learn more about it in this podcast episode.
De onafhankelijkheid van Indonesië
Wist je dat 17 augustus een bijzondere dag is? Dat is namelijk de dag dat Indonesië onafhankelijk is geworden. Van wie? Nou, van Nederland. Indonesië was namelijk lange tijd een Nederlandse kolonie.
De kolonisatie van Indonesië heeft een enorme invloed gehad op de geschiedenis van beide landen. 350 jaar lang heeft Nederland mensen in Indonesië uitgebuit. Op 17 augustus vieren we de Indonesische onafhankelijkheid. Dat is vandaag, want deze podcast is gepubliceerd op 17 augustus. Het is belangrijk dat we stilstaan bij deze belangrijke dag! In deze podcast aflevering vertel ik je iets meer over de kolonisatie en over de strijd om onafhankelijkheid. Wist je dat veel Nederlanders weinig over dit onderwerp weten? Stuur deze podcastaflevering dus ook door naar je Nederlandse vrienden, kennissen en collega’s!
Om dit verhaal te beginnen moeten we ruim 400 jaar terug in de tijd. Landen in Europa, zoals Spanje, Portugal en Nederland, wilden dure kruiden en specerijen uit Zuid-Oost Azië halen. Indonesië was in die tijd nog niet één land. Er waren veel verschillende koninkrijken.
Nederland en andere landen stuurden schepen naar Zuidoost Azië. De schepen van Nederland waren van de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Niet alle eilanden en koninkrijken waren blij met de komst van de handelaren uit Europa. Soms kregen ze ruzie met de lokale bevolking. Bijvoorbeeld op het eiland Ternate. De bevolking van Ternate had last van de Spanjaarden en de Portugezen. En wat deed Nederland? Nederland zei: Wij zullen jullie beschermen tegen Spanje en Portugal, maar dan mogen jullie alleen met ons handelen. Dat leek een goede deal voor Ternate, maar zo kreeg Nederland veel macht. En dit gebeurde niet alleen op het eiland Ternate, maar op heel veel plaatsen.
Nederland wilde een monopolie op verschillende kruiden. Dat deden ze dus in ruil voor bescherming. Handelde de lokale bevolking toch met andere landen? Dan betekende dat oorlog met Nederland. De koninkrijken konden dus kiezen: Nederland als vriend met strenge eisen, of als vijand.
Op deze manier kreeg Nederland steeds meer controle over eilanden waar ze kruiden als nootmuskaat en kruidnagel produceerden. En ze kregen dus een monopolie in ruil voor bescherming.
In 1621 verkochten inwoners van de Banda-eilanden toch nootmuskaat aan andere landen. Dat mocht niet van Nederland. Nederland was boos en vermoordde een heel groot deel van de bevolking. Waarom? Nou, als ze de lokale inwoners doodden, dan kon Nederland slaven naar de eilanden brengen en nog goedkoper nootmuskaat produceren. Uiteindelijk draaide alles om één ding: geld.
In de loop der tijd kreeg de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, steeds meer macht en handelsmonopolies. De kostbare kruiden en specerijen konden ze verkopen aan andere landen. Nederland werd hier enorm rijk van.
Bij de overheersing maakte Nederland gebruik van lokale vorsten en leiders. Zij verdienden geld met het uitbuiten van hun landgenoten. Boeren moesten vaak een groot deel van hun inkomsten afgeven. De mensen in Indonesië moesten dus hard werken voor heel weinig geld. Ook verloren veel boeren hun land. Dat land verhuurden ze dan aan Europeanen of mensen uit Aziatische landen.
Soms kwam de lokale bevolking in opstand. Bijvoorbeeld op Java. De mensen van Java wilden een einde maken aan corruptie en uitbuiting. Er kwam een bloedige strijd tussen Nederlanders en de Javaanse bevolking. Tussen 1825 en 1830 was er oorlog. Nederland had betere wapens en daarom vielen er heel veel slachtoffers onder de Indonesische bevolking.
Na die oorlog stuurde koning Willem I iemand naar Indonesië om meer controle te krijgen. Die persoon was gouverneur Johannes van den Bosch. Hij begon met het cultuurstelsel. Dat was een systeem waarbij de boeren op Java ⅕ van hun producten, zoals koffie en tabak, aan Nederland moesten geven. De Javanen die geen land hadden, moesten 2 maanden voor de regering werken. Nederland maakte heel veel winst door dit nieuwe systeem.
De Indonesische mensen in de kolonie hadden over het algemeen een zwaar leven. Ze werkten heel hard voor weinig. Ze kregen weinig pauzes. De Indonesische mensen werden niet gezien als gelijkwaardig aan Nederlanders.
Lange tijd waren er drie groepen: oorspronkelijke bewoners, Europeanen en oosterlingen. Oosterlingen waren mensen uit andere landen in Azië, zoals China en Japan. Het was niet de bedoeling dat de groepen met elkaar omgingen. En je moest trouwen met iemand van je eigen groep. Maar soms kregen mensen toch een relatie met iemand van een andere groep. Daardoor ontstond een vierde groep: Indo-Europeanen.
In de tweede helft van de negentiende eeuw hadden steeds meer Nederlanders kritiek op de situatie in Nederlands-Indië. Een belangrijk boek dat geschreven is in die tijd, is Max Havelaar van Multatuli. De schrijver van het boek uitte kritiek op het koloniale systeem. In 1860 wordt de slavernij in Nederlands-Indië afgeschaft.
Aan het eind van de 19e eeuw komt Nederland met iets nieuws: de Ethische Politiek. Volgens dit beleid moet Nederland niet alleen geld verdienen aan Indonesië, maar ook de bevolking helpen. Op dat moment verdient Nederland heel veel geld aan Nederlands-Indië. Een derde van het geld in de Nederlandse schatkist! Maar dat geld gaat bijna helemaal niet terug naar Nederlands-Indië.
Met de Ethische Politiek werden er scholen en ziekenhuizen in Indonesië gebouwd. Ook kwamen er regels om de arbeiders op de plantages beter te beschermen. Maar Nederland bleef de macht hebben en veel Nederlanders keken neer op de Indonesische bevolking.
Door het betere onderwijs gingen veel Indonesiërs meer nadenken over hun eigen land. Ze kregen ideeën over vrijheid en een eigen identiteit. Sommige mensen wilden samenwerken met Nederland. Andere mensen wilden juist helemaal loskomen van Nederland. Ook de islam werd in deze tijd belangrijker. Dat geloof gaf veel Indonesiërs het gevoel dat ze een eigen identiteit hebben en het versterkte het nationalisme.
In de jaren 30 kwam er een grote economische crisis. Veel mensen verloren hun werk en werden boos. Er ontstonden opstanden tegen de Nederlanders. In deze tijd werd Soekarno belangrijk. Hij wilde dat Indonesië onafhankelijk werd, met Jakarta als hoofdstad.
Toen kwam de Tweede Wereldoorlog. In de Tweede Wereldoorlog werd Indonesië bezet door Japan. Veel mensen leden onder dwangarbeid, honger en geweld. De Indonesische bevolking moest onder dwang werken en veel mensen, met name Nederlandse en Indo-Europese families, werden opgesloten in kampen.
Na de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog riep Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Dat gebeurde op 17 augustus 1945. Nederland wilde dit niet en probeerde de kolonie terug te krijgen. Er kwam een harde en gewelddadige oorlog.
Andere landen vonden dat Nederland moest stoppen. Onder deze druk geeft Nederland toe. Rond Kerst 1949 erkende Nederland Indonesië als een onafhankelijke republiek. En daarmee kwam er na zo’n 300 jaar eindelijk een eind aan de Nederlandse macht in Indonesië.
Het is belangrijk dat we de geschiedenis niet vergeten. De band tussen Indonesië en Nederland is nu gelukkig vriendschappelijk. De landen werken samen op gebied van handel, onderwijs en cultuur. En ook vandaag de dag kun je nog zien dat Nederland en Indonesië een geschiedenis delen. Er wonen in Nederland veel mensen met Indonesische roots, en de Indonesische keuken is erg populair. Ook hebben Nederlanders woorden uit Indonesische en Maleise talen overgenomen, zoals de woorden piekeren en pienter.
Zo, nu weet je meer over de geschiedenis van Nederlands-Indië en het ontstaan van het moderne Indonesië. Laten we het verhaal van Indonesië vooral met elkaar blijven delen en elk jaar op 17 augustus stilstaan bij het belang van vrijheid en onafhankelijkheid.
Please log in to leave a comment.
Wees de eerste die een reactie achterlaat