Voor acties die gaande zijn of gaande waren, kun je de zijn aan het construction gebruiken of positiewerkwoord + te + infinitive.
We gaan in dit artikel over die laatste optie praten. De twee opties hebben hetzelfde effect en zijn beide heel gebruikelijk in de Nederlandse taal. Je kunt de constructie kiezen waar je je het prettigst bij voelt.
Voor acties die gaande zijn kun je een positiewerkwoord combineren met een infinitief. Je zult het kleine woord "te" moeten gebruiken, vlak voor de infinitief. Je ziet dit kleine woord overal in de Nederlandse taal verschijnen. Lees hier meer!
Een paar voorbeelden:
De nadruk ligt niet op de positie die je hebt tijdens de actie, maar op de actie zelf. Soms wordt een bepaald positiewerkwoord gebruikt terwijl de persoon die de handeling uitvoert zich niet eens in die positie bevindt. Dit geldt vooral voor lopen en zitten.
Natuurlijk kun je ook het imperfectum gebruiken of het perfectum gebruiken. Voor het perfectum gebruik je in dit geval de dubbele infinitief.
Please log in to leave a comment.
Wees de eerste die een reactie achterlaat