Woordvolgorde bijwoorden

What word comes first in a Dutch sentence? It's a tricky question, but you have more flexibility than you think!
# woordvolgorde
# A1/A2
# B1/B2

Explanation

Woordvolgorde bijwoorden in het Nederlands

Als je Nederlands leert, merk je al snel dat de woordvolgorde van bijwoorden strikt is. Vaak leer je eerst de TeMPO regel:

tijd - manier - plaats

  • Het meisje liep vanmorgen - zingend - door onze straat.
  • Ik fiets elke ochtend - met tegenzin - naar mijn werk.
  • De voetballer stond gisteren - vol trots - op het podium.
  • Onze poes ligt elke avond - slapend - op mijn schoot.
  • Ik loop altijd - alleen - naar school.

Natuurlijk heeft niet elke zin een tijd, manier en plaats.

  • Onze poes ligt slapend - op mijn schoot.
  • Ik fiets elke ochtend - naar mijn werk.
  • De voetballer stond vol trots - op het podium.

De O in de TeMPO regel staat voor onbepaald object (ook wel: indefiniet object)

  • De voetballer nam gisteren vol trots op het podium een prijs in ontvangst.
  • De studenten gaven vorige week een groot feest.

Maar als je een bepaald object (ook wel: definiet object) hebt, gebruik je OTeMP

  • De voetballer nam de prijs gisteren vol trots op het podium in ontvangst.
  • De studenten gaven hun grote feest vorige week.

Je hebt vaak enige flexibiliteit, maar als het object een pronomen is (het, hem, haar, etc.) dan is OTeMP heel belangrijk!

  • De voetballer nam hem (de prijs) gisteren vol trots op het podium in ontvangst.

Meer oefenen. We hebben een oefen-PDF over de woordvolgorde van bijwoorden in onze shop.

Reacties

Wees de eerste die een reactie achterlaat

Please log in to leave a comment.

Gratis oefenen, elke week

Begin met het verbeteren van je Nederlands en ontvang elke week interessante taaltips en nieuwe woorden. Uitschrijven kan op elk moment.

Unsubscribe at any time.

We will never share your email (more)