Verwijzen naar dingen

Nederlands pronomen zijn niet moeilijk te begrijpen, maar als je moet waarschijnlijk wennen aan het gebruik van hem of hij voor dingen .
Has Quiz
# A1/A2

Explanation

Verwijzen naar dingen

Hoe verwijs je in het Nederlands naar objecten?

Singularis

Het-woorden

  • Het raam is kapot.
  • Het is kapot.*
  • Ik moet het repareren.*

De-woorden

  • De telefoon is duur.
  • Hij is duur.
  • Ik koop hem niet.

Pluralis

  • De ramen zijn kapot.
  • Ze zijn kapot.
  • Ik moet ze repareren.
  • De telefoons zijn duur.
  • Ze zijn duur.
  • Ik koop ze niet.

*Soms hoor je Nederlanders met hij/hem naar het-woorden verwijzen. Dit is heel gebruikelijk, vooral in spraak.

Practice in Dutch

1.Waar heb je die tas gekocht? Ik vind _____ heel mooi.

het
hij
ze

2. Mijn schoenen zijn vies. Ik moet _____ poetsen.

het
hun
hen

Ready to practice?

Test your knowledge with 10 questions.

Reacties

Wees de eerste die een reactie achterlaat

Please log in to leave a comment.

Gratis oefenen, elke week

Begin met het verbeteren van je Nederlands en ontvang elke week interessante taaltips en nieuwe woorden. Uitschrijven kan op elk moment.

Unsubscribe at any time.

We will never share your email (more)